Tradities en Cultuur



1 – Meja Samkai- Het Altaar van Hemel, Aarde en de Mens

Deze foto’s zijn afkomstig uit de collectie van dhr Sioe Yao Kan en zijn verschenen in de rubriek Foto met Verhaal ‘Het bruidskleed van oma Tan Tjoe Lee (Han Tek Nio) op www.cihc.nl

Het altaar achter het bruidspaar staat bekend als de ‘Meja samkai’. Het altaar is hoger geplaatst zoals te zien is op de foto rechtsboven waar het altaar op stoelen is geplaatst. Dit speciale altaar was gewijd aan Thi-Kong,, de god van ‘Hemel, Aarde en de Mens’. Samkai betekent in het Hokkian-dialect ‘drie koninkrijken’.

Het altaar werd speciaal opgezet voor het huwelijk en had een prominente rol gedurende de huwelijksrituelen. Het belangrijkste ritueel was dat van de ciotao , een zuiverend overgangsritueel dat plaats vond aan de vooravond van het huwelijk of op de vroege morgen van de huwelijksdag. Dit ritueel werd als een zeer heilig ritueel beschouwd.

De voorwerpen die nodig waren voor de ciotao werden hoogstwaarschijnlijk geplaatst in de gantang, die te zien is op de stoel tussen bruid en bruidegom. Een gantang is een ronde houten ton of kuip die als maat diende. Eén gantang komt overeen met 2,8 kg of 4 cupaks padi (ongepelde rijst). Gantang en cupak waren de vroegere maateenheden in de Maleise wereld.

Onder de rituele voorwerpen bevonden zich gewoonlijk een kam, een schaar, een scheermes, een kleine spiegel, een Chinese weegschaal, een houten liniaal, een Tungshu of Chinese kalender, en andere voorwerpen volgens de lokale traditie. Deze voorwerpen werden gebruikt om het bruidpaar te herinneren aan de deugden voor een goed huwelijk. De weegschaal diende bijvoorbeeld als geheugensteuntje om eerlijk en rechtvaardig te zijn, de spiegel om na te denken over de eigen handelingen, om kritisch te zijn in alle zaken.

Zo’n tijdelijk altaar werd gewoonlijk bij de ingang van het huis geplaatst. Het altaar was vaak aan beide zijden versierd met Chinese zijde dat rijk met gouddraad was geborduurd (tokwi). Waren deze versieringen in Indonesië gemaakt dan waren zij vaak van katoen en gemaakt door batik-ateliers in Javaanse steden als Pekalongen en Cirebon. De andere gelegenheid wanneer samkai-altaren werden opgezet was aan de vooravond van de 9de dag van het Chinese Nieuwjaar voor de speciale gebeden aan Thi-Kong.

Christopher Ng, April 2014

Bronnen:

  • Blussé, L. en Chen, M. (eds.), The archives of the KongKoan of Batavia, Brill, Leiden, 2003.
  • Tan, G.L. , The Chinese of Sukabumi; a study of social and cultural accommodation, New York, Monograph Series, 1963.