Foto met Verhaal



72 – Oprichter van het eerste Chinees-Indisch restaurant in Haarlem

Smedestraat. Moeder aan de tap, vader zittend, Thumbnail

De volledige foto is onderaan het bericht te vinden.

Mijn vader 冯尧阶 Fung Yao Kai, alias William Fung, werd in 1902 geboren in Dongguan, in de provincie Guangdong, China. Hij emigreerde met zijn ouders, broers en zus naar Nederlands-Indië.

Rond 1932 vertrok hij naar Nederland, op zoek naar een betere toekomst, nadat hij had gestudeerd aan een Hong Kong’se universiteit. Hij verbleef niet alleen in Nederland maar ging ook naar Frankrijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij weer in Nederland.

1976 Hongkong straat
Foto 1 Smedestraat, 1976

Na de oorlog opende hij Chinees-Indisch restaurant ‘Hong Kong’ in Smedestraat 21, in het centrum van Haarlem. Het was de eerste in zijn soort in deze stad. Hij kon Chinese koks en kelners werven voor het werk in het restaurant met Chinees interieur. Hij creëerde een exotische sfeer die de nieuwsgierigheid van bezoekers wekte. Hij was een slimme zakenman en adverteerde in de Nieuw Haarlems Courant. Bij de opening kreeg het restaurant een positieve recensie. Er werd gesteld dat publiek uit Haarlem niet meer naar Amsterdam hoefde af te reizen om te kunnen genieten van de nieuwe gerechten

Omdat Nederlandse burgers en soldaten in Nederlands-Indië de lokale gerechten hadden leren waarderen, ontstond er een toenemende vraag naar deze spijzen bij hun terugkeer naar Nederland. Sommige Chinese ondernemers zagen hun kans en zetten Chinees-Indische restaurants op. Mijn vader was één van hen.

Het begrip afhalen raakte later ingeburgerd in de Nederlandse samenleving en culinaire termen als bami goreng, foo yong hai, tjap tjoi, babi pangang en loempia werden bekende begrippen. Deze woorden behoren nu tot het Nederlandse vocabulaire. De maaltijden waren goedkoper dan die van Nederlandse restaurants. Bij speciale gelegenheden gingen Nederlandse gezinnen uit eten bij de Chinees, vooral in de jaren 1950-1970 toen de mensen bij de wederopbouw meer geld gingen verdienen. Tegenwoordig behoort de Chinees-Indische keuken tot het immaterieel erfgoed van Nederland.

Foto 1 Advertentie Chinees-Indisch restaurant ‘Hong Kong’ in Smedestraat 21

In 1950 werd mijn vader teruggeroepen naar Indonesië om de ijzerfabriek te runnen die mijn grootvader had opgezet in Bandung. Hij liet het restaurant achter in beheer van een goede vriend.

In Bandung ontmoette hij mijn moeder, ze trouwden en stichtten een gezin.

In 1966 werd het hachelijk voor Chinezen, en mijn vader vertrok met mijn moeder, mijn broer en mij naar Nederland. Hij nam het beheer van het restaurant weer op zich.  Wij als gezin woonden op de tweede verdieping van het pand. De kok en kelner hadden elk een slaapkamer op de eerste verdieping, Mijn moeder bemande de bar, en mijn broer en ik moesten na school soms de borden wassen.

Fung Yao Kai was een getalenteerde man. Hij sprak naast Chinees ook Nederlands en Frans, wat hij had geleerd toen hij een tijd in Parijs had gewoond. Soms trad hij op als tolk in rechtszaken. Hij heeft als Chinees duidelijk zijn sporen nagelaten in de Nederlandse samenleving. Hij heeft het mede mogelijk gemaakt dat Nederlandse burgers uit eten konden gaan tegen een schappelijke prijs. Buitenhuis dineren was niet langer voorbehouden aan de rijken en welgestelden. Nadien verschenen er meerdere exotische restaurants op het Nederlandse culinaire toneel, zoals pizzeria’s en steakhouses, maar het Chinees-Indisch restaurant was er het eerst.

Suen-Ying Fung 冯舜英

Smedestraat. Moeder aan de tap, vader zittend
Foto 2 Smedestraat. Moeder aan de tap, vader zittend