Foto met Verhaal



63 – Ons leven in Nederland, Indonesië en China – 1/4

Mijn naam is Chen Youli (陈有理) maar mensen kennen mij als Kuk. Mijn voorouders zijn lang geleden uit China naar Indonesië geëmigreerd. De familie was al meer dan 5 generaties in Indonesië toen ik werd geboren. Ik ben geboren in 1950 in Surabaya. Bij mijn geboorte kreeg ik de naam Tan Joe Li. Mijn ouders zijn ook in Indonesië geboren. Mijn vader, Tan Tjing Wie (陈曾唯) in 1912. Mijn moeder, Tan An Nie (陈安尼) in 1917. Zij is ook bekend als Anny Tan.

Mijn beide ouders studeerden voor de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Mijn moeder studeerde wiskunde in Utrecht, mijn vader economie in Rotterdam. Mijn vader was in de jaren dertig heel actief in de Chinese studentenvereniging Chung Hwa Hui Nederland. Hij zat in de jaren 1937-1939 in het bestuur en behoorde tot de linkervleugel. Mijn ouders hebben elkaar leren kennen in de Chung Hwa Hui. Ik ben dus geboren in een intellectuele familie.

In 1939 zijn ze teruggegaan naar Indonesië en daar getrouwd. In januari 1961 zijn mijn ouders met mij, mijn broer en jongere zusje uit Indonesië vertrokken naar Xiamen in de provincie Fujian in China. Mijn vader is in 1994 overleden, mijn moeder in 2007. Ik woon nog steeds in Xiamen. Ik werk nu voor de Overseas Chinese die op zoek zijn naar hun ‘roots’ in China.

De volgende vier verhalen gaan over de verschillende periodes in het leven van mijn ouders en van mij.

Amsterdam 23 maart 1938. Leden van de Chung Hwa Hui in Chinese kleding voor het toneelstuk de Chinese bruiloft. De cirkels zijn tijdens de Culturele Revolutie door de Rode gardisten op de foto getekend. Op de foto: Tan Tjing Wie en Tan An Nie

De hulpactie ten bate van de Noodlijdende Bevolking van China (1938)

Mijn ouders waren net als de meeste Chinese studenten in Nederland voor de oorlog lid van de Chinese studentenvereniging Chung Hwa Hui Nederland. In 1938 besloot Chung Hwa Hui Nederland om mee te doen aan ‘de hulpactie ten bate van de Noodlijdende Bevolking van China’. China was in oorlog met Japan en er waren zeer veel burgerslachtoffers. De Chung Hwa Hui stond niet bekend om haar politieke stellingname maar in dit geval wilde de vereniging wel meedoen aan deze actie die door enkele studenten was gestart.

Een van de activiteiten was een culturele voorstelling om geld op te halen. Mijn ouders waren heel actief in het organiseren van de voorstelling. Mijn vader ging onder andere met de Chinese zeelui overleggen over de voorstelling. Mijn beide ouders deden ook zelf mee aan een toneelstuk. De voorstelling ging langs verschillende steden: Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Delft. 

Leden van de Chung Hwa Hui bij een van de voorstellingen. Op de achtergrond is de vlag van de Kuomintang, de huidige vlag van Taiwan te zien. De kruizen zijn tijdens de Culturele Revolutie door de Rode Gardisten op de foto getekend.

De voorstellingen werden in maart 1938 gehouden en bestonden onder andere uit een toneelstuk over een Chinese bruiloft en een toneelstuk met Chinese zeemannen (uit China) die in Rotterdam woonden. Verder werd er op Katendrecht in Rotterdam muziek gemaakt door Chinese zeemannen en van de Rotterdamse burgemeester mocht er door de hele stad gecollecteerd worden. De studenten kregen gratis brood van de bakkers in Rotterdam en ‘s avond mochten ze allemaal ook gratis eten in Chinese restaurants op Katendrecht. In Utrecht zorgde de rector magnificus van de Universiteit ervoor dat zij in de meest luxe schouwburg mochten spelen. Daar waren de kaarten het duurst en ze konden daarom in Utrecht veel geld ophalen.  Mijn moeder werd in het kader van de hulpactie gevraagd om te lunchen met de directeur van de Bijenkorf.

De Chinese bruiloft.
De Chinese bruiloft.

Mijn moeder heeft mij verteld dat ze om 6 uur in de middag uit Utrecht naar Rotterdam vertrokken. Daar gingen ze eerst nog oefenen voor het toneelstuk. Na het avondeten bij een Chinees restaurant op Katendrecht was er de voorstelling. Om 11 uur ‘s avonds waren ze klaar maar ze gingen nog verder ‘babbelen’ met de Chinese zeemannen over de ervaringen op het toneel. Om 12 uur ‘s nachts namen ze de laatste trein terug naar Utrecht. Een Hollandse vriend, Hans Schutte, heeft mijn moeder met de fiets afgehaald en haar naar een Chinese student gebracht om een typemachine te lenen. Zij heeft toen ’s nachts nog een verslag over de hulpactie geschreven. Het verslag ging met de eerste post mee voor de krant. Het was 4 uur in de ochtend toen mijn moeder klaar was met haar werk. Toen pas kon ze gaan slapen. 

Mijn vader speelde in het toneelstuk de schoonvader van de bruidegom. Bij een traditioneel Chinees huwelijk moet de schoonvader een rode enveloppe met geld op het dienblad leggen waar de theekopjes op staan. Mijn moeder serveerde een kopje thee voor de bruidegom.  Mijn vader was een grappenmaker. Bij de tweede voorstelling in Rotterdam legde hij geen enveloppe op het dienblad maar een fopspeen. Het publiek kon dit niet zien maar de medespelers wel en ze moesten hun lachen inhouden tot na de voorstelling. 

De Chinese bruiloft.
De Chinese bruiloft.

De foto’s die van de verschillende voorstellingen zijn gemaakt, hebben mijn ouders altijd goed bewaard. Ze werden mee teruggenomen naar Indonesië en later weer meegenomen naar China. Ze konden in 1938 niet bevroeden dat deze foto’s tientallen jaren later nog een rol zouden gaan spelen in hun leven.

Culturele Revolutie

De Culturele Revolutie in China, die in 1966 begon, was voor mijn ouders een moeilijke tijd. Zij werden door de Rode Gardisten als ‘verdacht’ aangemerkt omdat ze uit Indonesië kwamen en in Nederland hadden gestudeerd. Er werden bij ons thuis huiszoekingen gedaan waarbij de foto’s van de toneeluitvoeringen uit 1938 werden gevonden. Op een van de foto’s is de vlag van de Kuomintang (nationalisten) te zien. Het geld dat in 1938 bij de hulpactie was ingezameld, werd via de Chinese ambassade, overgemaakt. De ambassade vertegenwoordigde de Kuomintang regering. Mijn ouders werden daardoor, zoveel jaren later, verdacht van steun aan de vijand, de Kuomintang. De cirkels en de kruizen op foto 1 en 2 zijn getekend door de Rode Gardisten.

Chen Youli (Kuk), Xiamen 

Het levensverhaal van Tan An Nie is opgeschreven door Leonard Blussé in het boek ‘Retour Amoy. Anny Tan een vrouwenleven in IndonesiëNederland en China. Uitgeverij Balans (2000).