Auteur: Dick Iskandar
59 – “Flarden uit een verte die eenmaal geweest is …”
Uit het jubileumboek van de hbs in Surabaya* haalt Ing Lwan Taga-Tan één bijdrage voor het voetlicht, omdat deze het anekdotische ontstijgt.
Op 1 november 1975 bestond de hbs in Surabaya, sinds 1958 voortgezet als een Indonesische middelbare school, honderd jaar. In Nederland woonachtige oud-leerlingen organiseerden een eeuwfeest. Door oud-scholieren en oud-docenten werd enthousiast gehoor gegeven aan de oproep om bijdragen te leveren aan een jubileumboek. ‘Een HBS-tijd omstreeks 1900’ is de titel van de oudste bijdrage van Annie Muller, scholier tussen 1898 en 1903. Een waardige hekkensluiter is de bijdrage van de laatste directeur, H. Radstake, toepasselijk getiteld: ‘De laatste maanden’. Tussen deze bijdragen in liggen 200 pagina’s van aanstekelijke, hilarische en vooral van nostalgie doortrokken herinneringen aan een fijne hbs-jeugd in koloniaal en postkoloniaal Surabaya. Beroemde namen passeren de revue. Oud-leerling Sukarno wordt herdacht in ‘De eerste president van Indonesië’; E. Breton de Nijs (Rob Nieuwenhuys) die tussen 1922 en 1927 de hbs bezocht, levert een bijdrage: ‘Hoe ik tot de schrijverij geraakte’. Historische overzichtjes en talloze foto’s maken het boek tot een uniek historisch document.
Uit deze schat aan herinneringen wordt één bijdrage voor het voetlicht gehaald, omdat deze het anekdotische ontstijgt. In ‘Flarden uit een verte, die eenmaal geweest is …’ beschrijft Han Swan Tiem, die tussen 1932 en 1937 de hbs bezocht, niet alleen haar leven als een van de weinige ‘getinte’ scholieren op de hbs, ook de peranakan Chinese gemeenschap neemt zij op de korrel. Wie deze Han Swan Tiem was leest u in de volgende aflevering van onze rubriek Foto met Verhaal. Maar nu eerst een deel van haar bijdrage:
Flarden uit een verte die eenmaal geweest is….
“Als ik aan mijn HBS-tijd denk (dat was tot en met 1937), kan ik die jaren vergelijken met een lange straat, keurig geplaveid zonder obstakels, waarover je lelijk kon vallen of gemene kuilen, waar je je voet in kon verstuiken. Ik kan me ook niet herinneren, dat er geweldige hinderpalen stonden of enge bruggetjes om naar een volgende klas te gaan. Als je zelf ook maar keurig bleef lopen, vastberaden, welbewust en met volharding als een fox terriër, weet je wel! Niet te veel naar links of naar rechts kijken – maar recht voor je uit, want de eindstreep moest je halen. Dat verwachtten je ouders stilzwijgend van je, met of zonder moed der wanhoop, want zoiets moet je altijd voor je houden. Nooit laten merken, wat er in je omgaat….
Met het gevolg, dat je medeleerlingen (op de HBS 98,5 % puur of minder puur sang Nederlandse jongens en meisjes) plus leraren/leraressen af en toe bij zichzelf gevraagd moeten hebben: ‘Wat gaat er toch precies om in de bolletjes van die Chineesjes?’. Eigenlijk een heleboel hoor, maar dat formuleerden we maar niet tot hele thrillers, want daar hadden we eenvoudig geen tijd voor. Leren, leren… alles was moeilijk en alles was vreemd, maar met keiharde pioniersmoed – iets dat op doodsverachting leek, hoopten wij er te komen. En dan heette het voor de nietsvermoedende medeleerlingen/leraren: ‘met gemak – ze halen alles met gemak – die Chineesjes’. Maar die Chineesjes wisten wel zo’n beetje, waarvoor ze de eindstreep moesten halen: om weer een andere en hogere eindstreep te halen, om ‘ebenbürtig’ te heten aan de andere 98,5 %, zonder pigment. En ’t was nota bene een gunst om tot de 1,5 % + pigment te horen, die toegelaten werd tot de HBS, want je moest daarvoor de Eerste Europese Lagere School hebben gehad en het was immers per gratie Gods dat de pigmentkindertjes op zo’n ELS mochten komen (requesten vooraf, bewijs van goed zedelijk gedrag enzovoorts en Pa geen klontong van beroep of zoiets).
Dus je moest ervan maken wat er van te maken viel. Ebenbürtigen konden dan later doorsiepelen tot de samenleving van de superieuren – je kon minstens ambtenaar worden, dat wil zeggen: klerk of schrijver. En dat leek hun een aangenamer bestaan dan tokohoudertje te spelen of mietiambaasje in de Chinese kamp.”
De volledige tekst, waarin Han Swan Tiem herinneringen ophaalt aan haar leraren, kunt u hier lezen.
Han Swan Tiem
Ingezonden door Ing Lwan Taga-Tan
*Bron: Jubileumboek HBS-Soerabaia 1875-1958, p.107-p.111. Met dank aan Tiong Han Go, die het boek aan het CIHC in bruikleen heeft gegeven.