Auteur: Mariska Snijdewind
61 – Restaurant Hok-Kie en de studentenpot
Het onverwachte terug vinden in het stadsarchief van de Gemeente Amsterdam van deze foto van ons restaurant ‘Hok-Kie’ aan het Singel 498, bracht mij in één klap terug in de vijftiger-zestiger jaren van de 20ste eeuw. De foto toont ‘Chinees Indisch Café Restaurant Hok-Kie’ ingeklemd tussen twee grachtenpanden in Amsterdam.
In mijn studentenjaren speelde het restaurant een grote rol in het leven van onze familie. In 1956 besloten mijn ouders als laatste van ons gezin met hun twee jongste kinderen naar Nederland te vertrekken om zich hier permanent te vestigen. Met zes studerende kinderen en één nog op school was het voor mijn ouders een hele opgave om in het levensonderhoud van de familie en in de studiekosten te voorzien. Het betalingsverkeer tussen Nederland en Indonesië was vanwege de politieke situatie gestremd en het was niet mogelijk voldoende middelen naar Nederland over te maken. Mijn vader stelde voor een eethuisje te beginnen om het gezin financieel op de been te houden. De hele familie zou wel moeten meewerken om de zaak te runnen.
In Amsterdam stond het pand Singel 498 bij de bloemenmarkt te huur. De locatie bleek uitstekend geschikt te zijn voor een Horeca-bedrijf, maar wij hadden een probleem. Er was niet voldoende werkkapitaal. Gelukkig konden wij een lening krijgen van de ‘Oranjeboom’ bierbrouwerij en daarmee werd een eethuisje opgezet. Het kreeg de naam ‘Hok-Kie’ hetgeen ‘geluk’ betekent.
In de jaren vijftig waren Chinese restaurants voornamelijk in handen van Chinezen uit het vasteland van China. Ze hadden min of meer hetzelfde menu, aangepast aan de Hollandse smaak. Het ‘ Hok-Kie’ menu daarentegen bestond uit gerechten uit de Chinees-Indonesische keuken. Mijn moeder kon heel goed koken, zij was de spil en werd daarbij geholpen door vriendinnen en bekenden à f.2,50 per uur. De hele familie werkte mee, mijn zusje Evie zorgde bijvoorbeeld voor de voorraad en de dagelijkse boodschappen en sprong zo nodig bij in de keuken. Wij hadden geen professionele kelners in dienst, wij werkten zelf in de bediening. Voor ons studenten kon de combinatie van studeren en werken in het restaurant zwaar zijn. Wij wisselden het studeren in de nabijgelegen UB af met ‘kelneren’ of gingen na een dag colleges en ‘lab’ direct in Hok-Kie aan de slag. Vaak werkten ook studiegenoten in het restaurant om als kelner een zakcentje bij te verdienen. Menig student uit die tijd zal zich stellig hun tijd als kelner bij Hok-Kie herinneren.
In het begin werd Hok-Kie voornamelijk bezocht door personen uit de Chinese gemeenschap uit Indonesië die ‘nostalgisch’ kwamen eten. Na enige tijd kwamen er meer Nederlandse klanten. Ook Chinese studenten uit Indonesië kwamen weleens eten. Voor velen van hen viel echter het normale menu als dagelijkse maaltijd vanwege de normale prijzen buiten hun budget. Om hieraan tegemoet te komen brachten wij tussen zes en acht uur ’s avonds een studentenmaaltijd, de ‘studentenpot’ tegen een studentenprijs (f. 1,25). De studentenpot van Hok-Kie – één portie vlees met naar believen rijst en groenten met de smaak van thuis – werd al spoedig een begrip. De aparte ruimte, speciaal bestemd voor de ‘studentenpot’ werd daardoor ook een sociale ontmoetingsplaats voor studenten.
Omstreeks 1962 waren de meesten van ons – met de hulp van Hok-Kie – afgestudeerd of zelfstandig. Wij konden in ons eigen levensonderhoud voorzien. Mijn vader heeft dat niet mee kunnen maken, hij overleed in 1958. Mijn broer Frans heeft nog enkele jaren samen met mijn moeder Hok-Kie voortgezet tot het te zwaar werd. In 1965 is Hok-Kie opgeheven. Frans ging verder met de productie van Indonesische snacks, waar hij al een tijdje mee bezig was en waarbij mijn moeder hem hielp met de receptuur. Zij legden de basis voor het huidige bedrijf GO-TAN.
Hans Go.