Foto met Verhaal



67 – Mijn vader Oey Tjeng Sit – 1/2

Oey Joe Pian met luipaard hoofdfoto

Mijn vader, Oey Tjeng Sit, is volgens zijn paspoort in 1917 geboren in Poerwokerto, Midden-Java. Hij groeide op in een groot huis dat onderdak bood aan een mix van nationaliteiten, talen en culturen. Zijn moeder, Go Im Nio, beheerde met haar oude moeder een huisaltaar met Javaanse heiligenbeelden en geheimzinnige relikwieën. Zijn vader, Oey Joe Wan, moest daar niet veel van hebben. Hij was een zelfmade man van de nieuwe wereld die geloofde in vooruitgang en de handel en niet in huisaltaren voor huisgoden en stille kracht. Verder was de woning en de nabije omgeving vol met grote, kleurrijke en luidruchtige dieren. Het leek wel een tropische dierentuin waar Tjeng Sit in opgroeide. Zijn beide ouders werkten de hele dag en hij bracht als jongste kind zijn dagen vaak alleen door. Maar dieren waren er des te meer en zij werden zijn beste vrienden.

Jager

Tjeng Sit had een oom, Oey Joe Pian, die jager van beroep was. Deze oom leverde regelmatig levende wilde dieren aan voor de fauna van de familie Oey. Joe Pian was een indrukwekkende man met een zachte stem waarmee hij de meest fantastische verhalen vertelde. Hij beheerste de Kung Fu vechtsport die hem in staat stelde zich zonder moeite in het oerwoud te handhaven. Hij kon snel opzij springen als bijvoorbeeld een zwijn recht op hem afstormde. Hij schreef zijn naam op een manier die niet Chinees overkwam. Voor de naam Oey was een J aangeplakt. Die stond voor Jezus. Daardoor begreep men dat hij gedoopt was. Het maakte weinig uit want in het dorp was hij een held.

Oey Joe Pian met luipaard
Oey Joe Pian met luipaard

Val

Op de foto uit 1925 staat Oey Joe Pian afgebeeld als jager met een zojuist gedode luipaard die door twee dragers aan een stok gebonden wordt getoond. Een andere keer werd hij achternagezeten door een woeste buffel die het op de vluchtende Yoe Pian gemunt had. De enige plek waar hij zich veilig kon verstoppen was in een valkuil die hij zelf had gegraven om weer andere jungledieren te vangen. Daarin verborg hij zich terwijl de buffel stampvoetend de stevigheid van de val beproefde. Gelukkig was de val niet erg goed gemaakt, want de takken waren sterk genoeg om de buffel buiten te houden. 

Tjeng Sit was later dol op katten. Misschien is deze liefde voor katten ontstaan in zijn vroege jeugd.

René Oey, Amsterdam 2022

Bron: René Oey ‘Apotheek Oey’ van René Oey’ Amsterdam Uitgeverij de Vita 2020.
www.uitgeverijdevita.nl