Foto met Verhaal
74 – VAN TOKO OEN NAAR TOKO RAMEE deel 2 / 2
Toko Ramee Nederland
Wij gingen in 1948 naar Nederland omdat mijn vader zijn studie economie in Rotterdam wilde afmaken. Terwijl mijn vader zijn studie economie afrondde, was mijn moeder ook zeer actief. Ze haalde haar diploma lerares-coupeuse. Toen wij in 1954 naar Amsterdam verhuisden ging mijn moeder meteen aan de slag en begon met een eigen confectieatelier. Daarvoor had zij overigens wel mijn vaders toestemming nodig omdat zij als gehuwde vrouw vóór 1956 “handelingsonbekwaam” was. Zij opende met haar vriendin Kwee Po Sian een eigen zaak aan huis op de Weteringschans. Daarnaast moest zij ook nog de zakenrelaties van mijn vaders importfirma in tabak uit Indonesië entertainen en wegwijs maken.
Spanningen
De spanningen tussen Nederland en Indonesië namen na 1957 steeds meer toe en uiteindelijk werden zelfs de betrekkingen verbroken. Het gevolg was dat het importbedrijf van mijn vader naar Duitsland moest uitwijken en wij stateloos werden. Naturalisatie was niet mogelijk omdat wij geen inkomsten meer hadden in Nederland. Met de zaak in Duitsland liep het mis omdat de Duitse zakenpartner van mijn vader zich meer bezighield met speculeren dan met de handelsfirma.
Gelukkig bedacht mijn moeder een alternatief. Met de nieuwe instroom van mensen uit Indonesië waren er meer ‘contractpensions’ gekomen. Particuliere eigenaren sloten met de overheid tegen een financiële vergoeding een opvangcontract. Het gezinshoofd moest 60% van het salaris afstaan voor kost en inwoning van zijn gezin. Ook in de straat waar wij later woonden, de Emmastraat, waren deze pensions.
Hollandse pot
Het was alleen Hollandse kost wat de pot schafte zodat kostgangers vaak zelf de gelegenheid kregen te koken. Voor haar winkel aan huis importeerde mijn moeder uit Indonesië kruiden, boemboes en kreteksigaretten. Zo maakte in menig contractpension de spruitjeslucht plaats voor de geur van trassi en kruidnagel.
Dankzij dit succes besloten mijn ouders een nieuwe winkel te beginnen. Er werd een locatie tegenover de Albert Cuypmarkt in de Ferdinand Bolstraat gevonden. Het was een kruidenierszaak geweest die de concurrentie tegen de opkomende supermarkten niet kon bolwerken. Mijn moeder moest daarom voor de vestigingsvergunning eerst het vakdiploma ‘kruideniersbedrijf’ halen. Mijn moeder noemde de winkel ‘Toko Ramee’ (rame=druk) ter herinnering aan de toko van haar ouders in Salatiga. Ramee was vooral een toepasselijke naam voor mijn moeder, altijd druk en actief bezig in de winkel en met mijn vader als steun en toeverlaat voor de financiën en de kassa.
Naturalisatie
Door de komst van zoveel mensen uit Indonesië was het geen probleem aan een goede kok te komen. Dankzij het succes van Toko Ramee was eindelijk naturalisatie mogelijk. Na 15 jaar in Nederland te hebben gewoond werden we in 1963 genaturaliseerd.
In het begin waren de klanten vooral mensen die nog een band hadden met Indië en wat buurtgenoten. Mijn moeder moest hard werken maar zocht ook steeds nieuwe uitdagingen. Zij hielp bij het opzetten van de ook nog steeds bestaande Toko Ramee in Delft en zij gaf advies bij het opzetten van een toko in Amstelveen. Na het 25-jarige jubileum van Toko Ramee werd de winkel voortgezet door mijn broer Kay Bing. Onze moeder bleef zeer betrokken bij de winkel. De winkel heeft sinds 1998 een nieuwe eigenaar, maar Kay Bing maakt nog steeds een aantal bijzondere en zeer populaire sambals. Zo blijven Toko Oen en Toko Ramee nog steeds verbonden met onze familie.
Oen Gay Lee, juni 2023
Dit is deel 2 van de Foto met Verhaal-serie: VAN TOKO OEN NAAR TOKO RAMEE. Deel 1 is een week eerder gepubliceerd en is hier te lezen!